Van horen zeggen 2023/1

Nieuws, roddels en loabekakkerij

Lege plek in de historische havenhoek van Den Oever


Wederom ontbreekt de WR 173 in de historische hoek van de haven in Den Oever.
Deze ligt sinds eind oktober 2022 in de schuur van Ivor van Klink in Workum voor weer een pittig stuk onderhoud.
Vorig jaar heeft er al een flinke restauratie plaatsgevonden, waarbij o.a. het bovendek en achtersteven zijn vernieuwd en het schip geheel in de biopin olie werd gezet.
Deze keer is o.a. het onderwaterschip aan de beurt.
Een vaste groep vrijwilligers van de WR 173 heeft inmiddels heel wat werk verricht. Een aantal gangen aan stuurboord kant zijn gedemonteerd. Dat was nog niet eens gemakkelijk, een paar flinke koevoeten en vereende krachten waren nodig om de slechte stukken uit het onderschip te breken.
Het vooronder is deels weggehaald, zodat de buffetkast eruit gehaald kan worden voor een opknapbeurt. Met schrapers is het onderwaterschip ontdaan van een grote hoeveelheid pokken en losse stukken antifouling. Daarnaast zullen de zwaarden opgeknapt worden.
Her en der is er ook nog wat breeuwwerk te verrichten en zal het schip uiteindelijk geheel geschuurd worden en wederom in de biopin en antifouling gezet worden.
Doordat het varend erfgoed het afgelopen seizoen werd opgeschrikt door een aantal ernstige ongevallen, is ook besloten om de giek van de WR 173 preventief te vervangen, aangezien die van een behoorlijke leeftijd is.
Een dergelijke opknapbeurt bezorgt onze penningmeester extra grijze haren na de aanslag op de kas van vorig jaar. Daarom zijn we erg blij met de bijdragen, die we hebben mogen ontvangen van de mensen, die de aak een warm hart toedragen, de Rabobank en de organisatie van het Westerlanderfeest. Ook de toegekende subsidie van de gemeente Hollands Kroon is een welkome aanvulling. Daarvoor onze grote dank! 

WR173 klaar voor het nieuwe vaarseizoen


In het vertrouwde hoek van de haven van Den Oever ligt de WR173 van de vereniging aak weer te pronken. De gehele winterperiode heeft de WR173 op de werf in Workum gelegen voor een aantal broodnodige restauratiewerkzaamheden. Zo is er een aantal onderwatergangen vernieuwd, de stuurboord dolknie vervangen en zijn er wat mastreparaties gedaan. Daarnaast is de aak weer helemaal van top tot teen geschilderd.
Met andere woorden; wij zijn er weer helemaal klaar voor om dit seizoen te laten zien waarom het zo belangrijk is om dit stuk Wieringer cultureel historisch erfgoed te behouden voor de volgende generatie. Er zijn genoeg mogelijkheden om dat zelf een keer te aanschouwen.
Wanneer we aan boord zijn: Stap gerust een keer aan boord!
Wij vertellen u graag meer over deze prachtige aak.

Stap op de aak en loop Wad

Droogvallen 15 juni

Het was ff wennen. Om 8.00 uur aanwezig zijn op de aak voor een dagje droogvallen. We hadden volle bak. Maar liefst 10 passagiers stapten aan boord. De windvoorspelling was ons gunstig gezind, een briesje van 3 à 4 BFT uit het zuidoosten, we zouden in mum van tijd op de droogvalplaats aankomen.
Echter niets is zo onvoorspelbaar als ’t weer, want toen we voor de Banaan de zeilen hadden gehesen, voeren we rustig langs de Banaan. Toen we uit de luwte voeren, dachten we wel een snelheidstoot te krijgen, maar helaas de zeilen begonnen er uit te zien als bladeren van een boom in de Sahara. Om toch op tijd op plaats van bestemming te komen, besloten we de motor aan te zetten. Terwijl een zeehond z’n kop diverse malen liet zien, en onder het genot van een bak koffie of thee met een Wieringer Jodenkoek, zetten wij koers naar het Wieringer Diep.
Daar werd een mooi plekje uitgekozen om de aak op de plaat te zetten. Langzaam vertrok het wateren kwam de zeebodem in zicht. Bepakt en gezakt met gaastasjes, rieken en camera’s gingen we op pad voor een half uurtje wadlopen richting een mooie mossel- en oesterbank. Deze had flink last gehad van de vele wind van de afgelopen tijd. Er waren zelfs hele delen weggespoeld. Ook opvallend, weinig meeuwen en ander gevogelte. Waarschijnlijk vogelgriep gerelateerd. Gelukkig stond er wel een mooi koppel lepelaars ’t water zeven.. Op de bank werd er toch heel aan oesters en mooie mosselpitten gevonden. Onderwijl werd het één en ander over het leven op en in ’t Wad verteld. En hoe de visserij er vroeger op de aak aan toe ging.
Om niet ’t water tot in je nek te hebben, gingen we weer op tijd richting de aak. Om de maaltijd iets gevarieerder te maken werd er door de bemanning nog naar wat kokkels gezocht en toen die gevonden waren, kon de pan aan.
Ondertussen vlogen de kurken van champagne- en witte wijnachtig materiaal door de lucht. Daarnaast gingen bakjes kaas, tomaat en olijven rond. Ieder nam z’n plekje in de zon in, waarbij de één zich in gesprek met de ander stortte, terwijl een ander in gesprek met zichzelf ging, hetgeen wat gesnurk opleverde.
’t Zeewater in de pan begon al lekker te koken, zodat de mosselen gekookt konden worden. Of die mosselen daarna nog opgepeuzeld zouden worden, was op dat moment een vraag. Een actrice uit Londen, was samen met haar moeder, de vrouw van Kirk, aan het oesters openen en voorzag die gehele goegemeente van rauwe oesters. Nog nooit in de geschiedenis van het droogvallen waren er zoveel mensen die menig rauwe oester naar binnen liet glijden onder het slaken van een genotszucht. Om bang van te worden…. Oesters hebben nou eenmaal een reputatie…. Ook de pan kokkels en mosselen werd verorberd. Het vocht vloeide rijkelijk, want ondanks dat er toch meer wind begon te waaien, was de zon lekker warm. En van zoute oesters word je dorstig. In de geul dook opeens de kop op van een bruinvis. Een prachtige verrassing. Maak je niet vaak mee.
Zo langzamerhand begon de vloed binnen te lopen. En het duurde dan ook niet lang dat de aak langzaam werd opgetild en we de motor konden starten om te beginnen aan onze terugreis.
Het anker werd gelicht en langzaam voeren we het Amsteldiep uit om aan het einde ervan de zeilen te hijsen, in een nieuwe poging zeilend, naar Den Oever te gaan. En dat lukte. Met gezwinde spoed vlogen we door de Wierbalg. Op advies van captain Kirk, helemaal uit Californië ingevlogen en samen met z’n vrouw op familiebezoek, werd de zelfgemaakte stormkluiver gehesen en de knopen liepen maar op. Captain Kirk had het roer stevig in de hand en stuurde de aak langs de rode en groene boeien alsof hij met The Enterprise door de Galaxies toerde.
We kwamen heelhuids in de haven van Den Oever en konden terug zien op een heerlijke dag droogvallen met alleraardigste passagiers en een goed stel bemanning. 

Oostwalbotterwedstrijden Kampen

Op 23 juni om 8.00 uur vertrokken drie man sterk vanaf de Marina Den Oever richting Kampen. Altijd een gezellig en goed georganiseerd evenement, waarvoor je een uur of negen stomen moet om er te komen. Bij Den Oever leek de wind ons gunstig gezind en vol goede moed werden de zeilen omhoog getrokken. Zo gingen we in gestaag tempo , windkracht 4 NO richting Medemblik. Hoe dichter we bij Medemblik kwamen des te minder wind er kwam, wat ons deed noodzaken de motor te gebruiken en de zeilen te strijken.
Om een uur of 5 voeren we de haven van Kampen in, nog een beetje aangedaan door een tafereel waar de tranen je van in de ogen springen… Een hele rij prachtige boomkotters lag te wachten op hun executie, de versnipperaar. Wat een leed voor de schippers en bemanning en wat een kapitaalvernietiging…
Bij de haven van Kampen is vaak wat lastig binnenvaren door de stroming van de IJssel, maar schipper Hennie plofte de WR173 mooi naar binnen en parkeerde achteruit in bij de steiger.
Op naar de barbecue. Zoals elk jaar is er voor schippers en bemanning een heerlijke barbecue. We lieten ons dat dan ook goed smaken en verhuisden daarna naar de terrassen in ’t centrum van Kampen. Ook nog even een bezoekje gebracht aan de tent, waar “I’ll never be clever” speelde en leuke hardrock muziek uit de jaren 70, 80 en 90 ten gehore bracht.
Terug op de aak werd een door Hennie ontworpen en zelfgemaakte tent opgesteld, zodat er ook buiten geslapen kon worden. Zie ook het artikel over deze tent.
De volgende ochtend op tijd eruit. Tent opruimen, schip scheeps maken en naar het traditionele ontbijt van eieren met spek. Heerlijk.
Het werd zo langzamerhand tijd om te gaan inschepen. We kregen een gemêleerd gezelschap aan boord, vooral familieleden van elkaar met de nodige proviand. Van fris, bier en wijn tot haring, zalm en broodjes.
Zo voeren we met alle deelnemende schepen richting de startschepen, helaas op de motor, want wind was er niet veel. Echter de meer we bij het wedstrijdparcours geraakten, de meer wind er begon op te steken.
Al een paar jaar hebben we wat pech gehad met de wedstrijd, waardoor we steeds de finish niet haalden. Eén keer maakten we het zo bont dat ’t finishschip naar ons toe kwam varen i.p.v. andersom. De eindtijd van de wedstrijd hadden we duidelijk niet gehaald.
Dit jaar hadden we een ander probleem. We konden maar net op tijd over de startlijn varen, voordat we zouden worden gediskwalificeerd. We kwamen 2 minuten voor de deadline over de startstreep en konden beginnen aan de zeiltijdrit. De wind pakte lekker op en ’t zeilde lekker. De passagiers vermaakten zich met versnaperingen, navigatie en startnummer omhoog houden. Ook werd heet zwaard gehanteerd, al was ‘t voor sommigen toch wel een verrassing dat zo’n pittig zwaar is als je voordat de druk van t water er af is, je aan het touw begint te trekken.
Dit jaar wisten we het hele parcours af te leggen binnen de gestelde normen en deden we er een kleine 2 ½ uur over. We legden beslag op de 27e plaats.
Terug in de haven werd er nog even nagepraat en – geborreld. Gezellige ploeg zo met elkaar.
’s Avonds waren er een aantal snacks als avondeten, de prijsuitreiking en een DJ, die z’n best deed om de voetjes van de vloer te krijgen. Wij verdaagden uiteindelijk terug aan boord en nadat de tent weer werd opgezet, duurde het niet lang dat ’t stil werd aan boord van de 173.
Na ’s morgens de eieren met spek naar binnen hadden gewerkt, gingen we op de terugweg naar Wieringen. Zeilen was geen optie, dus de motor werd gestart en zo voeren we om een uur of 9 de haven weer uit. ’t Bleek een bloedhete dag te worden. Zonder verfrissend briesje motorden we naar huis, zwetend als otters. Het water in de jerrycans was inmiddels zo warm geworden dat een theezakje er in zorgde voor een warm koppie thee… Het zwarte dek gaf ook geen verkoeling, je kon er met blote voeten niet over lopen. Uiteindelijk bereikten we de haven van Den Oever, waar Egbert de trossen aanpakte en we konden afmeren. Mooi en gezellig weekend was weer ten einde. 

No Code Website Builder